Jacoba van Beieren was gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Ze verloor een belangrijke machtsstrijd tegen de Bourgondische hertog Filips de Goede.
Na zijn dood in 1417 volgde Jacoba haar vader op als graaf. In de graafschappen vond op dat moment een burgeroorlog plaats tussen twee bevolkingsgroepen: De Hoeken en De Kabeljauwen. De Hoeken kozen partij voor Jacoba als gravin. De Kabeljauwen vonden juist dat haar oom Jan van Beieren recht had op de titel. Jacoba raakte veel geld kwijt aan deze oorlog. Ondertussen probeerde ze haar macht te vergroten door strategische huwelijken aan te gaan. Zo trouwde ze onder meer met de broer van de Engelse koning.
Maar Jacoba kreeg steeds meer vijanden. Haar machtige neef Filips de Goede, de hertog van Bourgondië, had zichzelf uitgeroepen als erfgenaam van Jan van Beieren. Jacoba en Filips vochten vele veldslagen uit. Maar uiteindelijk was Jacoba niet opgewassen tegen Filips’ sterke Bourgondische legermacht.
In 1428 werd ze door een vredesverdrag - de Zoen van Delft - gedwongen haar graafschappen aan hem over te dragen. Hiermee ging een belangrijk deel van de Nederlanden op in het grote Bourgondische rijk.
Portret Jacoba van Beieren, 16e eeuw (Rijksmuseum).
‘Als een erbarmelijk stuk wrakhout werd zij terzijde geworpen door de loop van
de geschiedenis.’
Er is veel over Jacoba van Beieren geschreven. H.P.H. Jansen portretteert Jacoba (1967) als slachtoffer van de politieke omstandigheden en van de veranderde staatkundige opvattingen van haar tijd.
‘Slimme en doortrapte feeks’, een ‘dartel wijf’, de ‘Henegouwsche lichtekooi’, kortom
‘de beestelijk vuile Jacoba, eene duivelin in menschengedaante’.’
Er is veel over Jacoba van Beieren geschreven. In zijn polemische Geschiedenis des vaderlands (1832-1853) portretteert Willem Bilderdijk Jacoba van Beieren zeer clichématig als 'feeks'.
‘Toen is Jacoba’s moed eindelijk gebroken. Op het einde van Juni sloot zij te Delft na lange onderhandeling met hertog Philips een wapenstilstand (…). Vier dagen later, op den 3den Juli 1428, werd de Zoen van Delft getroffen, die een einde maakte aan den langdurigen strijd’.
Uit: P.J. Blok, ‘Geschiedenis van het Nederlandsche volk. Deel 1’(1923).
‘Met haar zestien jaren was Jacoba te jong voor haar taak; ze was weinig diplomatiek getalenteerd en had machtige vijanden’.
Uit: Historisch Nieuwsblad, ‘De machteloze Jacoba van Beieren’. Vaak wordt vergeten hoe jong Jacoba van Beieren was.
Vrienden en vijanden van Jacoba van Beieren
Bovenbouw havo, vwo
Vraag 1: 15 minuten, vraag 2: 15 minuten,
extra opdracht: 20 minuten
Middeleeuwen
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
De 'F' in F-site staat voor feminisme.
Onze missie is om de geschiedenisles inclusiever te maken door onderbelichte verhalen van vrouwen zichtbaar te maken.
Zo geven we een nieuwe generatie een vollediger beeld van ons verleden.